Waterplanten vijver

Waterplanten in de vijver

Waterplanten zijn erg belangrijk in een vijver. Ze zijn niet alleen mooi om te zien, maar hebben ook een belangrijke taak in het biologische evenwicht van de vijver. Bij hun groei nemen waterplanten namelijk voedingsstoffen op uit het vijverwater. Hierdoor blijft de vijver helder. Dit geldt vooral voor de zuurstofplanten. Deze planten groeien volledig onder water.

Op deze pagina lees je welke soorten waterplanten er zijn en hoe je deze in de vijver moet zetten en onderhouden. Omdat zuurstofplanten extra belangrijk zijn voor je vijver, is hierover ook een aparte pagina beschikbaar.

Soorten waterplanten
Waterplanten kun je in vier soorten verdelen. Elke soort heeft zijn eigen kenmerken, zoals plantdiepte en groeiwijze. Hieronder vind je de vier soorten waterplanten terug.

Moerasplanten

Moerasplanten zijn waterplanten, die alleen met hun wortels in het water staan. Vorming van stengels, bladeren en bloemen vindt boven water plaats. Moerasplanten worden in natuurlijke vijvers gebruikt op de overgang van land naar water. Ook in een zogenaamd helofytenfilter (plantenfilter) staan moerasplanten, zoals gele lis (Iris pseudacorus).

Moerasplanten staan op een ondiepe plaats in de vijver, tien tot twintig cm. De planten groeien het best wanneer ze in een mengsel van drie delen vijveraarde en één deel wit zand gezet worden. Omdat moerasplanten flink kunnen woekeren, kun je ze het beste in plantmanden poten.

Er zijn zeer veel soorten moerasplanten verkrijgbaar. Het mooiste effect in de vijver krijg je echter, als je kiest voor één of hooguit enkele soorten.

Paarse lis: moerasplant voor de vijver

Blauwe lis (Iris germanica) is een voorbeeld van een moerasplant voor de vijver. Deze plant staat met zijn wortels onder water, de groei en bloei vinden echter boven water plaats.

Drijfplanten

Drijfplanten zijn waterplanten, die los op de vijver drijven. De wortels van drijfplanten hangen los in het water. Het gaat hier dus niet om planten, die drijfbladeren vormen en een wortelgestel hebben dat in de bodem verankerd zit.

Drijfplanten worden niet zo veel toegepast in vijvers, terwijl deze planten wel nuttig zijn voor het biologisch evenwicht van de vijver. Met hun wortels nemen ze veel voedingsstoffen op uit het vijverwater, wat er aan bijdraagt dat de vijver helder blijft.

Niet alle drijfplanten zijn winterhard. De soorten die dit wel zijn, vormen in het najaar groeiknoppen die naar de vijverbodem zakken. In het voorjaar groeien hier nieuwe drijfplanten uit, die naar de oppervlakte komen.

Winterharde soorten zijn kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae), kroosvaren (Azolla cristata) en waternoot (Trapa natans). Een niet-winterharde soort is de waterhyacinth (Eichhornia crassipes).

natans) in de vijver

Waternoot (Trapa natans) is een voorbeeld van een winterharde drijfplant voor de vijver. Dit soort planten drijft los op de wateroppervlakte. Drijfplanten zijn nuttig voor het biologisch evenwicht in de vijver, omdat ze voedingsstoffen opnemen uit het vijverwater.

Lelieplanten

Lelieplanten of lelie-achtigen zijn waterplanten die een groot wortelstelsel in de vijverbodem (of in een grote plantmand) vormen en van daaruit drijfbladeren en bloemen ontwikkelen. De bekendste soort in groep lelieplanten is de waterlelie (Nymphaea) maar er zijn meer soorten, zoals de Kaapse lelie (Aponogeton distachyos), drijvend fonteinkruid (Potamogeton natans) en de gele plomp (Nuphar lutea).

Voor het biologisch evenwicht in de vijver zijn lelieplanten niet erg belangrijk, maar de planten hebben wel een hoge sierwaarde. In de meeste vijvers kun je daarom minstens wel één soort terugvinden, meestal de waterlelie. Deze plant is in talloze variaties (cultivars) verkrijgbaar.

Lelie-achtigen hebben doorgaans een plantdiepte van 80cm nodig. Omdat de planten een flink wortelstelsel vormen, mag de plantmand niet te klein zijn. Deze planten hebben een relatief rijke grond nodig, zoals vijveraarde gemengd met klei. Er is ook speciale lelieaarde verkrijgbaar.

plant voor de vijver

De Kaapse lelie (Aponogeton distachyos) is familie van de waterlelie. Deze plant heeft langwerpige bladeren en witte bloemen. Lelie-achtigen vormen een groot wortelstelsel en staan meestal vrij diep in de vijver (60-80cm).

Zuurstofplanten

Zuurstofplanten vormen -vanuit biologisch oogpunt- de belangrijkste soort waterplanten in de vijver. Deze planten nemen tijdens hun groei veel voedingsstoffen op uit het water. Omdat zuurstofplanten en algen voedselconcurrenten zijn, zijn groeiende zuurstofplanten een uitstekende manier om algengroei in de vijver tegen te gaan en het vijverwater helder te houden.

Hard vijverwater

Zuurstofplanten hebben voor hun groei hard vijverwater nodig, dat rijk is aan CO2. In een vijver met te zacht water (bijvoorbeeld door regenval) groeien zuurstofplanten niet goed. Je moet er daarom voor zorgen, dat je de waterhardheid van je vijver regelmatig verhoogt. Hiermee zorg je ervoor, dat de zuurstofplanten goed kunnen blijven groeien en de vijver helder blijft. Een goed middel om de waterhardheid het hele jaar op het juiste niveau te houden is Mineral Clay. Dit product bevat alle minerale stoffen (voedingszouten) die zuurstofplanten nodig hebben voor hun groei.

Aanplanten 

Zuurstofplanten hebben een ideale plantdiepte van 50-60 cm. Omdat de meeste zuurstofplanten nauwelijks wortels vormen, kun je ze het beste in een arme grond poten. Een geschikt mengsel bestaat uit drie delen wit zand en één deel vijveraarde. Een uitzondering vormt glanzend fonteinkruid (Potamogeton lucens). Deze zuurstofplant vormt wel een wortelstok en kan het best in een mengsel van drie delen vijveraarde en één deel wit zand gezet worden.

Zorg dat er voldoende zuurstofplanten in je vijver staan. Per 1.000 liter water heb je minstens één plantmandje van 20×20 cm met daarin vijf bosjes zuurstofplanten nodig. Te weinig zuurstofplanten leidt onherroepelijk tot problemen in de vijver, zoals algengroei.

Snoeien van zuurstofplanten

Wanneer zuurstofplanten tot aan de oppervlakte gegroeid zijn, neemt hun groeisnelheid af. De plant gaat proberen om kleine bloempjes te vormen. Door de langzamere groei daalt dan ook de hoeveelheid voedingsstoffen die de plant uit het vijverwater opneemt. Je kunt zuurstofplanten daarom het beste steeds terugsnoeien tot 10-15 cm onder het wateroppervlak. Hierdoor blijft de plant flink groeien. De afgeknipte toppen kun je als stek terug planten in de vijver, in een apart plantmandje.

Glanzend fonteinkruid (Potamogeton lucens): zuurstofplant voor de vijver

Glanzend fonteinkruid (Potamogeton lucens) is een voorbeeld van een zuurstofplant. Zuurstofplanten zijn onmisbaar voor een heldere vijver. Kenmerk van zuurstofplanten is, dat de groei vrijwel volledig onder water plaatsvindt.

Hoeveel waterplanten in de vijver?

Een vijver heeft, om mooi helder te blijven, veel waterplanten nodig. Wanneer je de vijver van bovenaf bekijkt, moet (tijdens het groeiseizoen) ongeveer de helft begroeid zijn, het liefst met zuurstofplanten. Dit betekent, dat je bij het aanleggen en aanplanten van je vijver flink zult moeten investeren in waterplanten. Bij het ontwerpen van je vijver kan je hier al rekening mee houden.

Om een echt mooie vijver te krijgen, is het dan ook niet verstandig om hierop te bezuinigen. Onthoud dat helder water afhangt van drie dingen:

-voldoende zuurstofplanten
-hard vijverwater (Mineral Clay)
-een goede bacteriekolonie (Pond Biotics)

Op de pagina zuurstofplanten lees je meer specifieke informatie over zuurstofplanten in je vijver.

Verder lezen:

Zuurstofplanten

Waterlelies

Biologisch evenwicht

Vijverwater

 

Producten:

Mineral Clay

Pond Biotics